
Ongerechtvaardigde verrijking
Het leerstuk van de ongerechtvaardigde verrijking is geregeld in artikel 6:212 BW en de daarop volgende artikelen. Van ongerechtvaardigde verrijking is sprake als ten koste van een ander de aansprakelijkgestelde is verrijkt, terwijl geen grondslag of reden voor die verrijking bestond. Dit betekent dat het geven van een cadeau aan een ander niet kwalificeert als een ongerechtvaardigde verrijking, nu in dit geval sprake is van een gift die de verrijking rechtvaardigt.