
- U bevindt zich hier:
- Home
- Nieuws
- Zoekgeraakte in beslaggenomen goederen!
Zoekgeraakte in beslaggenomen goederen!
Ieder jaar worden op strafrechtelijke titel meer dan 200.000 goederen in beslag genomen.[1] Een groot gedeelte van deze goederen wordt nimmer geretourneerd aan de rechtmatige eigenaar. Dit omdat (bijvoorbeeld) door het Openbaar Ministerie een machtiging is verleend tot het vervreemden, vernietigen dan wel prijsgeven van het inbeslaggenomen goed.[2] Hetgeen tot gevolg heeft – indien het desbetreffende goed niet tegen betaling wordt verkocht – dat het op het goed rustende beslag ten einde komt. Artikel 134, tweede lid, WvSv luidt immers als volgt:
“Het beslag wordt beëindigd doordat hetzij
- het inbeslaggenomen voorwerp wordt teruggegeven, dan wel de waarde daarvan wordt uitbetaald;
- het openbaar ministerie de last geeft als bedoeld in artikel 116, tweede lid, onder c;
- de machtiging als bedoeld in artikel 117 is verleend en het voorwerp niet om baat is vervreemd;
- de bewaring ingevolge artikel 118, derde lid, door tijdsverloop is beëindigd en het voorwerp niet om baat is vervreemd.” [onderstreping Maze Advocaten]

Direct juridische
hulp aan
Doordat het op het goed rustende beslag vanwege de gegeven machtiging ex artikel 117 WvSv ten einde komt, zal de (voormalig) beslagene niet langer worden ontvangen door de rechtbank indien hij een klaagschrift ex artikel 552a WvSv indient.[3] Zolang de strafprocedure loopt, staat de beslagene alsdan in principe zowel letterlijk als figuurlijk met lege handen.
Een deel van de inbeslaggenomen goederen raakt (helaas) ook verloren. In dit geval is het Openbaar Ministerie respectievelijk de bewaarder – net als na de effectuering van een machtiging als bedoeld in artikel 117 WvSv – niet (langer) in staat om het inbeslaggenomen goed aan de beslagene te retourneren. Hetgeen de vraag oproept: staat in dit geval de beslagene – indien hij een klaagschrift ex artikel 552a WvSv wenst in te dienen – ook met lege handen?
Het antwoord op deze vraag is kort en simpel. Nee.
Het op het verloren goed rustende beslag is doordat het goed verloren is geraakt immers niet ten einde gekomen. Het beslag komt namelijk – zo blijkt uit de parlementaire geschiedenis[4] – louter ten einde indien zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 134 WvSv. In de Memorie van Toelichting behorende tot artikel 134, tweede lid, WvSv wordt hieromtrent immers (onder andere) het navolgende opgemerkt:
“Tot dusverre ontbreekt echter een bepaling waarin wordt aangegeven wanneer het beslag is beëindigd. Dit blijkt tot misverstand te leiden; de opvatting bestaat wel dat het beslag op voorwerpen die feitelijk niet meer worden bewaard, ook juridisch tot een einde is gekomen en is afgewikkeld. Dit is onjuist. In het voorstel is thans aangegeven wanneer het beslag tot een einde is gekomen en dus geen nadere handelingen of beslissingen meer nodig zijn. In alle andere gevallen dient dus nog te worden beslist over de wijze waarop het beslag zal worden afgewikkeld.
De gevallen waarin aan het beslag een einde komt zijn de volgende:
a) doordat het voorwerp wordt teruggegeven of de waarde ervan wordt uitbetaald. (…)
b) doordat het openbaar ministerie last geeft dat met het voorwerp wordt gehandeld als was het verbeurd verklaard of onttrokken aan het verkeer. (…)
c) doordat de bewaring op de voet van artikel 117 tot een einde komt anders dan door vervreemding om baat. (…)
d) doordat de termijn van bewaring van het voorwerp is verlopen, terwijl het niet om baat is vervreemd. (…)” [onderstreping Maze Advocaten]
Bij een verloren geraakt inbeslaggenomen goed is de rechter derhalve gehouden om een voorlopig inhoudelijk oordeel te vellen indien de beslagene overgaat tot het indienen van een klaagschrift ex artikel 552a WvSv. Hetgeen tot gevolg kan hebben dat een last tot teruggave wordt afgegeven van het verloren geraakte inbeslaggenomen goed door de rechtbank.
Het moge duidelijk zijn dat het Openbaar Ministerie respectievelijk de bewaarder bij een verloren geraakt goed niet kan voldoen aan een dergelijke last tot teruggave. Het inbeslaggenomen goed is immers zoekgeraakt. In dat geval –zal het Openbaar Ministerie op grond van een analoge toepassing van artikel 119 WvSv aan de beslagene (in beginsel) een financiële vergoeding dienen te voldoen.[5] De beslagene van een verloren goed staat dus in beginsel niet met lege handen.
[1] Beslagloket beantwoordt vragen over inbeslaggenomen goederen | politie.nl.
[2] Artikel 117, tweede lid, WvSv.
[3] Zie onder andere Hoge Raad 27 november 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5210; Hoge Raad 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3710; Hoge Raad 10 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2592; Hoge Raad 30 mei 2023, ECLI:NL:HR:2023:812; Hoge Raad 2 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:507; Hoge Raad 28 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:740.
[4] Kamerstukken II 1993-1994, 23 692, nr. 3 (MvT), p. 17-18
[5] Hoge Raad 2 september 2003, ECLI:NL:HR:2003:AG1758.